Artrose raakt momenteel 1,5 miljoen Nederlanders en dit aantal kan in 2040 oplopen tot 2,5 miljoen. Een van de grootste uitdagingen bij deze gewrichtsaandoening is de late diagnose, wat leidt tot onjuiste of uitgestelde behandelingen en uiteindelijk zelfs tot de noodzaak van protheses. Ingenieurs van de TU Delft en artsen van het Erasmus MC werken samen aan een oplossing: een technologie die biomechanische analyses combineert met dynamische röntgenopnames.
Om deze technologie te realiseren, ontwikkelden ze een nieuwe faciliteit, het 'MOBI-lab', die artrose al in een vroeg stadium kan detecteren. Dit kan artsen op termijn in staat stellen om direct de juiste behandeling te starten, waardoor patiënten minder pijn ervaren en hun mobiliteit langer behouden blijft.
Het MOBI-lab is een direct resultaat van de samenwerking tussen Erasmus MC, TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam binnen Convergence Health & Technology. Wat begon als een initiatief dat enkele jaren geleden ontstond als spin off uit de samenwerking vanuit het wetenschappelijke programma Medical Delta: Improving Mobility with Technology, groeit gestaag door.
“In het MOBI-lab combineren we dynamische röntgendoorlichting met biomechanische bewegingsanalyse om inzichtelijk te maken hoe gewrichten worden belast bij dagelijkse activiteiten zoals (hard)lopen en fietsen," zegt Jaap Harlaar, hoogleraar Klinische Biomechanica (TU Delft) en Medical Delta hoogleraar. "De röntgendoorlichting legt de gewrichtsbeweging vast, terwijl de kraakbeenbelasting wordt bepaald door biomechanische bewegingsanalyse. Deze unieke combinatie van Rotterdamse medische kennis en technologische innovatie uit Delft biedt diepgaand inzicht in artrose en maakt onderzoek mogelijk dat wereldwijd nergens anders beschikbaar is.”
“Dankzij de gecombineerde expertise van artsen en ingenieurs ontwikkelden we deze faciliteit die vooroploopt in het vroegtijdig opsporen van artrose. Met geavanceerde MRI- en PET-MRI-scans kunnen we schade aan gewrichten en afwijkende kwaliteit van het kraakbeen al in een vroeger stadium opsporen, zelfs nog voordat kraakbeen versleten is," zegt Edwin Oei, professor Musculoskeletale Beeldvorming. "Door dit te combineren met de gegevens uit het MOBI-lab, krijgen we een compleet beeld van de verstoringen in het gewricht. Dit stelt ons in staat om artrose eerder te herkennen en patiënten gerichter te behandelen. Dit verbetert hun kwaliteit van leven aanzienlijk."
Door de strategische locatie van het lab midden in het hart van het ziekenhuis kunnen artsen en onderzoekers niet alleen beginnende artrose met ongekende precisie vaststellen, maar ook in real-time samenwerken aan innovatieve oplossingen en sneller de juiste behandeling inzetten. Hierdoor gaat de implementatie efficiënter, is opschaling sneller mogelijk en kunnen patiënten eerder profiteren van nieuwe diagnostische methoden en behandelingen.
Lees meer op de sites van de TU Delft en Convergence.
Bekijk hieronder de introductievideo's van Medical Delta hoogleraren Jaap Harlaar (uit 2021) en Sita Bierma-Zeinstra (uit 2022) over onderzoek naar artrose:
Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.