Hoe kun je een stad zo ontwerpen dat mensen zo prettig en gezond mogelijk kunnen leven? Hoogleraar Machiel van Dorst combineert zijn bouwkundige kennis met zijn achtergrond in de omgevingspsychologie. Voor zijn intreerede pleit Van Dorst voor aandacht voor de stad op ooghoogte: "Waar je woont bepaalt voor een deel ook wie je bent."
Machiel van Dorst is een van de thematrekkers bij Healthy Society, het gezamenlijke programma van Leiden-Delft-Erasmus Universities en Medical Delta. Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van zijn faculteit Bouwkunde (TU Delft), dat hem interviewde naar aanleiding van zijn aanstaande oratie.
Er is steeds meer aandacht voor ‘de gezonde’ of ‘duurzame’ stad. Maar wat betekent dat eigenlijk? "Het is belangrijk dat mensen een gevoel van controle over hun leven ervaren", vertelt Prof.dr.ir. Machiel van Dorst. “Dat gaat bijvoorbeeld over of je de keuze hebt om je terug te trekken in een rustige ruimte om te werken, of dat er plekken zijn waar je anderen kunt ontmoeten. De fysieke omgeving faciliteert die controle. Als daarin wat mis gaat kunnen gevoelens van onveiligheid of eenzaamheid ontstaan. Daardoor kan weer bewegingsarmoede ontstaan omdat mensen er niet graag op uit gaan. Of ze pakken vaker de auto waardoor de straat nóg onpersoonlijker en onveiliger wordt. Zo kom je in een vicieuze cirkel terecht."
Dat gevoel van controle, daar kan je op invloed op uitoefenen met stedelijk ontwerp. Van Dorst onderzoekt hoe dat het beste kan. Als hoogleraar Environmental Behaviour and Design is hij verbonden aan de sectie Urban Studies. "Dat is bij uitstek een transdisciplinair gebied. Hier werken onderzoekers van sociale geografie, stadssociologie, data science, omgevingspsychologie en co-creatie." Dat multidisciplinaire is precies wat nodig is, vindt Van Dorst. In de wetenschap, maar ook daarbuiten: "Efficiëntie is te lang een sleutelbegrip geweest. Het fysieke domein en welzijn waren twee aparte beleidsgebieden. Maar door die specialisatie kennen de mensen die in en áán diezelfde fysieke leefomgeving werken elkaar niet."
Door de omgeving te veranderen kun je mensen een duwtje geven, 'nudgen', tot het maken van een gezondere keuzeEen multidisciplinaire aanpak is nodig om verschillende maatschappelijke uitdagingen te lijf te gaan. Een ongezonde of onveilige leefomgeving maakt dat mensen sneller eenzaam of arm worden. Of bijvoorbeeld te weinig bewegen. "Mijn vakgebied gaat over ruimtelijk ontwerp én psychologie", zegt Van Dorst. "Er zit een grote gedragscomponent in. Waarom nemen mensen de auto in plaats van de fiets? Of waarom ontmoeten mensen elkaar niet? Door de omgeving te veranderen kun je mensen een duwtje geven, 'nudgen', tot het maken van een gezondere keuze."
Wie met een ontwerpbril naar een stad of buurt kijkt, kan kiezen waar die naar kijkt. Is de stad prettig om in te wonen, om er te werken, of aantrekkelijk voor bezoekers? Van Dorst vindt dat er vaak te instrumenteel naar steden en buurten wordt gekeken: “Te veel gericht op passanten en bezoekers en te weinig aandacht voor de samenleving op ooghoogte; de verblijfskwaliteit. Terwijl je met het inrichten van de fysieke ruimte ervoor kunt zorgen dat mensen zich met een plek verbonden voelen. Helaas is de buurt is te vaak nog een beetje het sluitstuk in het ontwerp: er wordt vaak gedacht in grote verkeersstructuren, ontsluiting en mobiliteit. Zo wordt er eigenlijk beter voor de bezoeker gezorgd dan voor de bewoner." In het verleden is er vaak ook te simpel gedacht over de openbare ruimte: “Het idee was: de openbare ruimte is van iedereen. Maar dat betekent óók dat het van niemand is en dat niemand zich verantwoordelijk voelt. Dat gebeurt vooral op plekken met veel hoogbouw, waar de openbare ruimte anoniem wordt. Op zo'n plek laat je je kinderen niet graag buitenspelen."
Als het gaat over gezondheid, vindt er gelukkig steeds meer een verschuiving plaats van genezing naar preventie. Van Dorst: "We kunnen simpelweg niet meer alle zorg betalen. Preventieve gezondheid betekent bijvoorbeeld kunnen spelen op straat, langer gezond en veilig thuis blijven wonen of zelf makkelijk de deur uit kunnen gaan. Dit gebeurt allemaal op de schaal van de wijk of buurt.” Een gezonde stad is dan ook vooral een sociale stad, vindt Van Dorst: "Er is bijvoorbeeld meer sociale interactie in een doodlopende straat of een hofje. Ook als er voortuintjes zijn voelen mensen zich veiliger, en maken ze makkelijker een praatje met de buren."
Een gezonde stad is vooral een sociale stadDe intreerede van Van Dorst gaat precies over dat gevoel van verbondenheid met je omgeving. 'De stad op ooghoogte', noemt hij dat. "Met ontwerp kun je een buurt zo inrichten dat mensen de omgeving snel kunnen 'lezen'. Dat ze bijvoorbeeld aan de bebouwing zien dat een blokje een buurt vormt - waar je als bewoner mede-eigenaar van bent, en als bezoeker je welkom bent. In zo'n omgeving voelen mensen zich verantwoordelijk en durven ze elkaar ook aan te spreken, bijvoorbeeld voor hulp of als er vuil op straat is, of als er een fiets gestolen is.”
Maatregelen die een buurt socialer of gezonder maken, stuiten soms wel op weerstand. "Iedereen vindt het fijn om voor de deur te kunnen parkeren. Maar mensen willen óók hun kinderen veilig buiten te laten spelen. Ik ben betrokken bij het kwaliteitsteam IJburg in Amsterdam. Daar wordt nu gekozen voor parkeerhubs - het laatste stukje moet je dan lopen naar huis. Dat geeft veel meer ruimtelijke kwaliteit. Alleen hebben mensen moeite met gedragsveranderingen. Daarom is het belangrijk om bewoners te laten zien dat het werkt." En dat laatste, mensen meenemen in het proces, is onmisbaar: “Veel maatregelen voor gezondheid zijn ook bevorderlijk voor de leefbaarheid. Laat dat zien! Ik heb bijvoorbeeld promovendi begeleid in onderzoek naar microklimaten. Vooral in stedelijk gebied sterven er nu al veel mensen aan hitte-overlast. Je komt dan al snel uit op maatregelen als meer groen in de straat. Dat zorgt voor een prettigere omgeving om te wandelen, wat goed is voor de sociale cohesie, enzovoorts. Het zijn vaak combinatie-oplossingen."
Om een initiatief te laten slagen is het daarnaast zaak om bewoners regie te geven. "Bijvoorbeeld door ze budget te geven en ze met elkaar te laten bepalen hoe ze hun buurt kunnen verbeteren. Dat kan alleen als buurtbewoners goed met elkaar samenwerken onderling, maar ook met bijvoorbeeld de gemeente." En die gemeente en andere overheden, kijken nu vaak nog te abstract. "Ze gebruiken bijvoorbeeld gegevens over levensverwachting of inkomens op basis van strak omlijnde wijken. Maar dat is vaak helemaal niet zoals mensen in werkelijkheid hun buurt ervaren."
Van Dorst ziet gelukkig veel nieuwsgierigheid bij studenten naar het gebruikersperspectief van ontwerp. “Ze willen aan de slag met eenzaamheid bij ouderen of ontwerpen gericht op kindvriendelijkheid" Van Dorst hoopt dat ook in de politiek het belang voor de buurt wordt erkend: "Als jij je voorstelt aan iemand, noem je waarschijnlijk al snel ruimtelijke kenmerken: 'ik kom uit... ik woon in...' Want je voelt je verbonden met de ruimte om je heen. Het is dus belangrijk dat zowel ontwerpers als beleidsmakers meer aandacht hebben voor die menselijke schaal."
Dit interview en meer informatie is te vinden op de website van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Op vrijdag 23 februari houdt Machiel van Dorst zijn intreerede 'Welkom in mijn buurt'. Klik hier om je aan te melden.
Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.