“eHealth is niet het panacee voor alles, maar een veelbelovende exponent van de geneeskunde van nu”

maandag 7 oktober 2019

Wanneer je de berichtgeving rondom gezondheid een beetje volgt, lijkt eHealth de oplossing te zijn voor alles. Maar is dat zo? Degene die het kan weten, is prof. dr. Niels Chavannes, een van de scientific leads voor het Medical Delta programma ‘eHealth & selfmanagement for a healthy society.’ We spraken hem over de eHealth-hype en over zijn programma dat eHealthtoepassingen onderzoekt, kennis deelt en het kaf van het koren scheidt.

Wat maakt dat eHealth plots het antwoord op alles lijkt?

Er is een enorm hooggespannen verwachting als het om eHealth gaat. We weten allemaal dat de zorg explosief groeit, mede doordat we met z’n allen ouder worden. Maar er zijn veel te weinig handen om het werk te doen. eHealth lijkt dus uitkomst te bieden. Het paradoxale is dat er wetenschappelijk nog weinig onderbouwd is. Er zijn producten op de markt die goed zijn, maar ook die aantoonbaar schade kunnen aanrichten. In samenwerking met het LUMC en vele andere stakeholders heb ik daarom het Medical Delta Living Lab NeLL opgericht: het National eHealth Living Lab. Hier werken onder meer onderzoekers, artsen, ontwerpers, patiënten, verzorgenden en verzekeraars samen om eHealth te verbeteren. De samenwerkende partners in het programma Medical Delta eHealth & selfmanagement for a Healthy Society, zoals prof. dr. Andrea Evers, associate prof. dr. Valentijn Visch, prof. dr. Marc Neerincx en dr. Hans Bussman werken nauw samen met het NeLL.

Wat voor schade kan een eHealth app aanrichten als die van slechte kwaliteit is?

Je moet onderscheid maken tussen medische hulpmiddelen en leefstijltoepassingen. Als mensen ten onrechte denken dat ze een medisch hulpmiddel hebben, kan er al veel misgaan. Een tijd geleden is een app onderzocht waarvan de makers beweerden dan het de bloeddruk kon meten door je smartphone tegen je borstbeen te houden. Dan heb je het over een groot gezondheidsrisico voor mensen die medicijnen nodig hebben voor hun bloeddruk. Apps als deze hebben ook nog eens tot gevolg dat eHealth imagoschade oploopt, doordat ze gebakken lucht verkopen. Dat willen we voorkomen.

Wat is er gebeurd met die bloeddruk app?

Er is over gepubliceerd door onze collega’s van het Massachusetts Institute of Technology, en dat is eigenlijk voldoende voor een producent om de app terug te trekken. Het was een Amerikaans product. Daar loop je nog meer kans op een schadeclaim.

Maar eigenlijk willen we geen politieagent zijn. Dat is dweilen met de kraan open. Er zijn nu ruim driehonderdduizend eHealth toepassingen en dat groeit elke dag. Veel liever zorgen we dat goede toepassingen zich kunnen onderscheiden. We werken nu mee aan een Europees project om een aantal kwaliteitseisen en wetenschappelijke gedragsregels op te stellen waar eHealth aan zou moeten voldoen, waaronder een ISO-certificering. We hebben niet de illusie dat iedere eHealthproducent zich eraan zal houden, maar er kan wel een tweedeling ontstaan. Het mooist zou een keurmerk zijn waaraan je in de appstore kan zien welke apps aan de kwaliteitsregels voldoen.

Het mooist zou een keurmerk zijn waaraan je in de appstore kan zien welke apps aan de kwaliteitsregels voldoen.

Wat was jouw persoonlijke drijfveer om NeLL op te zetten? Ben je een gadgetfreak?

Nee hoor, helemaal niet eigenlijk, al zie je dat in dit veld veel. Ik ben wel een enorm nieuwsgierig mannetje. Van jongs af aan heb ik me beziggehouden met zowel de klinische als de wetenschappelijke kanten van geneeskunde, want wetenschappelijk onderzoek en klinische toepassingen versterken elkaar. Daarom heb ik na mijn studie geneeskunde ook een traject gedaan als arts in opleiding tot (klinisch) onderzoeker en huisarts. Ik werd gevraagd een onderzoeksteam in Leiden op te zetten en eigenlijk bevatten alle studies steeds allebei de componenten. Voor mij is dat blijkbaar belangrijk.

Vijf jaar geleden werd ik de eerste klinische hoogleraar eHealth, maar ik werk ook nog steeds als huisarts met een spreekuur voor daklozen en illegalen.

Je hebt een aantal onderzoeksubsidies binnengehaald, waaronder een EFRO subsidie. Wil je daar iets over vertellen?

Het gaat om Europese gelden voor verschillende flagship projecten. The Box is een project over wearables en telemonitoring met als doel om het zorgpad voor chronisch zieken anders in te richten. Dat begon met hartpatiënten, maar we gaan ook met andere patiënten en apparaten aan de slag. Mensen die een hartinfarct hebben gehad, moeten na hun behandeling nog een jaar lang regelmatig terugkomen bij de specialist. Dat is best wel een belasting, want zo’n ziekenhuisbezoek neemt al gauw een aantal uur in beslag. Daarnaast kost het ook een hoop geld. We bekeken welke bezoeken echt noodzakelijk zijn. Dat zijn de eerste en de laatste. De andere bezoeken zijn vooral meetmomenten. Met de wearables kunnen mensen thuis hun metingen doen - wanneer het hen uitkomt. Dat is een enorme efficiencyslag.

Je vertelde net hoeveel partijen er samenwerken binnen NeLL. Waarom is dat belangrijk?

Ik zie eHealth niet als het panacee voor alles. Het is wel een belangrijke en veelbelovende exponent van de gezondheidszorg van nu. Behalve kennis halen uit zo veel mogelijk verschillende partijen, willen we ook zoveel mogelijk delen. We werken bijvoorbeeld samen met zorgverzekeraars om ze te helpen formuleren onder welke voorwaarden eHealth in de polis past. Door over disciplines heen te kijken en partijen te betrekken, neem je alle invalshoeken mee om de beloftes van eHealth te kunnen waarmaken.

Contactpersoon

Rian Rijnsburger Innovation Manager

rian.rijnsburger@medicaldelta.nl

+316 34584898

Cookie melding

Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.