Een gezelschap van ruim honderd mensen kwam op donderdag 1 februari bij elkaar voor de intreerede van lector Oncologische Zorg Joke Korevaar. Met de titel ‘Zorg bij kanker: de rol van de hbo-professional en technologie’ werd een verhaal verteld waarin de patiënt centraal staat. Korevaar is living lab leader van het Medical Delta Living Lab 'Better In Better Out'.
Dit artikel is eerder geplaatst op de website van De Haagse Hogeschool.
Dagvoorzitter Sabine Siesling – hoogleraar kankerzorg op maat bij Universiteit Twente en hoofdonderzoeker bij IKNL – trapte de middag af. Zij kent Joke Korevaar al jaren en beschreef hoe fijn de samenwerking is met iemand die zo’n ‘stabiele voet’ is. Samen werkten ze aan uiteenlopende onderzoeksvoorstellen en -projecten. Een ding wat altijd hetzelfde is, is dat de patiënt centraal staat.
Directeur van het Kenniscentrum Health Innovation en Medical Delta lector dr. Sanne de Vries lichtte toe dat er drie voornaamste redenen zijn waarom het lectoraat Oncologische Zorg juist in Den Haag, bij De Haagse Hogeschool, zo relevant is. De regio kent een hoge incidentie van huidkanker. Zanger Harrie Jekkers verwoordde het al: ‘Mooie stad achter de duinen’. Deze zonnige plek is geliefd maar brengt ook minder zonnige risico’s met zich mee en staat zeer hoog in de kankeratlas. Daarnaast is kankerzorg een belangrijk speerpunt bij onze omliggende ziekenhuizen HMC, Haga Ziekenhuis en LUMC. Ook heeft De Haagse Hogeschool twee zeer relevante opleidingen voor het lectoraat, namelijk huidtherapie en hbo-v.
Tijdens de intreerede sprak hogeschoolhoofddocent en vervangend lector Technische Innovatie in de Zorg bij Hogeschool Rotterdam Lottie Kuijt-Evers met twee ex-kankerpatiënten. Men luisterde aandachtig naar de inspirerende, mooie en soms verdrietige ervaringsverhalen. De krachtige vrouwen spraken in een woonkamersetting over hun ervaringen met de behandeling van hun ziekte: welke hulp kregen ze wel of niet, en aan welke hulp hadden ze eigenlijk behoefte? Volgens de arts blijf je kankerpatiënt, maar als je het de vrouwen vraagt hadden ze kanker en gaat het leven ook ‘gewoon’ door.
Mevrouw vertelde: “Als patiënt ging ik in principe fit de operatie in, maar ik wist wel: ‘jullie gaan mij ziek maken’. En inderdaad, na de operatie was zelfs ik – terwijl ik normaal heel fit en energiek ben - heel ziek.”
Er werd besproken wat de juiste prehabilitatie is (lees: fitter worden voor de operatie) voor kankerpatiënten. Een van de vrouwen antwoordde dat ze niet geschikt was voor een groepje 'herstel en balans': verplicht in een clubje gymnastieken. "Geef mij maar yoga! Ik ben daarnaast veel blijven wandelen. In mijn tijd was er wel aanbod, maar niet gespecialiseerd. Het was voor mij zelfs niet nodig om gepusht te worden te gaan sporten. Ik had best begeleiding gewild in afremmen van mijn beweging. Ik deed juist te veel en had geen idee waar de grens lag."
Lottie Kuijt-Evers vatte het interview samen: "Maak aanbod persoonlijk en integreer dat in het zorgpad. De ene patiënt is de andere niet: stimuleer of rem juist af waar nodig."
De middag vervolgde met een voordracht van Pieter van Weijen, directeur van Inn4cure. Kan technologische ondersteuning helpen om mensen te motiveren en inspireren? Of kan dit ondersteunen bij het mensen op afstand monitoren en te begeleiden? Dat zijn vragen waar het lectoraat zich mee bezighoudt en samenwerking met de industrie voor opzoekt. Pieter van Weijen vertelde hoe monitoring door middel van bijvoorbeeld smartwatches inzicht kan geven in gezondheid van ouderen, met als doel gezond te blijven. Hoe kun je bijvoorbeeld eetpatronen sturen op basis van de informatie die je krijgt uit een smartwatch? Er zijn al programma’s zoals ‘the right meal’, waarbij informatie naar een diëtist gestuurd wordt om een voedingsplan gericht op te kunnen stellen.
Wat belangrijk blijft, is de gepersonaliseerde aanpak. Voor velen is bijvoorbeeld persoonlijk contact belangrijk tijdens een (behandel)traject. Pieter van Weijen kon daar heel kort over zijn: "Er komt juist meer tijd vrij voor het persoonlijke contact. Tijd wordt gewonnen door alle toegevoegde efficiëntie. Zeker met het enorme tekort van verpleegkundigen is dit een gewenste aanvulling."
Om te kunnen opboksen tegen onder meer de 'dubbele vergrijzing', de druk op de zorg en minder zorgpersoneel is co-creatie met andere partijen belangrijk. David de Glint, managing director van Medical Delta noemde samenwerking noodzakelijk om innovatie in de zorg te bewerkstelligen. Bij innovatieve oplossingen zijn drie elementen van belang: toegankelijkheid, bemensbaarheid en betaalbaar houden van de zorg.
Voorzitter van het College van bestuur van De Haagse Hogeschool Elisabeth Minnemann sprak lovende woorden over Joke Korevaar en haar lectoraat: "Jullie houden ons als bestuur scherp en maken duidelijk wat het belang is van het onderzoek van De Haagse". Impact komt voort uit de vertaling van onderzoek naar ons handelen; ook wel de definitie van praktijkgericht onderzoek.
Hoe het lectoraat Oncologische Zorg hier handen en voeten aan geeft, is gekaderd in drie onderzoekslijnen: Voorkomen en verminderen van late effecten bij mensen met kanker, Preventie en vroegtijdig signaleren van (huid)kanker en Verkleinen van gezondheidsverschillen tussen mensen ten gevolge van kanker. Een uitgebreide uitleg over deze onderzoekslijnen en de activiteiten van het lectoraat staan beschreven op de website van het lectoraat Oncologische Zorg.
In haar intreerede hield Joke Korevaar de aanwezigen voor welke vraagstukken ze met haar lectoraat wil onderzoeken. De zorgvraag van mensen met kanker gaat groeien, gezien de toename van het aantal diagnoses. Daarbij komen er steeds minder zorgverleners in de komende jaren. De grote vraag hierbij is hoe we de zorg toegankelijk en betaalbaar kunnen houden in de toekomst en welke veranderingen daarvoor nodig zijn.
Een van de mogelijke oplossingen, die onder andere in het integraal zorgakkoord wordt genoemd, is het anders organiseren van de zorg, onder andere door taakverschuivingen. Binnen de oncologische zorg zijn er daarnaast nog vele ontwikkelingen gaande op het gebied van de behandeling, zoals technische verbeteringen van de behandeling, meer gebruik maken van ‘real-time’ beeldgestuurde interventies, mogelijk gecombineerd met AI-modellen, of monitoren op afstand.
Het lectoraat gaat zich vooral focussen vraagstukken als: ‘Wat betekenen deze veranderingen voor de rol van de hbo-professional? Welke nieuwe vaardigheden komen hierbij kijken? En wat is ervoor nodig dat deze professionals hun nieuwe rol op een veilige manier kunnen uitvoeren en daar zelf ook vertrouwen in hebben?’
Ook zijn voorzichtig de eerste plannen gemaakt om meer te gaan doen op het gebied van palliatieve zorg. Niet bij alle mensen die de diagnose kanker krijgen, is het mogelijk om deze te genezen. Hoe zorg je dat mensen in deze fase nog zoveel mogelijk kunnen wat ze nog graag zouden willen? Welke rol kunnen welke professionals hierin spelen? En welke plek is daar voor technologische ondersteuning? Dit zijn vragen voor toekomstig onderzoek van het lectoraat.
Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.