Met een simpel oorclipje de meest voorkomende hartritmestoornis onder controle kunnen houden of misschien zelfs voorkomen. Rohit Kharbanda, promovendus bij het Erasmus MC en onderzoeker binnen het wetenschappelijke programma Medical Delta Cardiac Arrhythmia Lab, onderzoekt of dit mogelijk is. Voor dit onderzoek ontvangt hij een prestigieuze Dekkerbeurs, zo laat de Hartstichting vandaag weten.
Elk jaar kent de Hartstichting Dekkerbeurzen toe aan talentvolle hart- en vaatonderzoekers. De beurzen zijn vernoemd naar wijlen dr. Bart Dekker, die van 1971 tot 1987 medisch directeur van de Hartstichting was. Kharbanda bleef, na een uitgebreide selectieprocedure, als winnaar over in zijn categorie ‘junior clinical scientist’. Met het bedrag van €80.000 kan hij zijn promotieonderzoek naar boezemfibrilleren verlengen.
Het onderzoek van Kharbanda maakt deel uit van het wetenschappelijke programma Medical Delta Cardiac Arrhythmia Lab. Zijn onderzoek specificeert zich op boezemfibrilleren, de meest voorkomende hartritmestoornis ter wereld. Hierbij klopt het hart onregelmatig en in veel gevallen te snel.
Voor zijn onderzoek heeft de promovendus van prof. dr, Natasja de Groot en prof. dr. Ad Bogers, net als zijn collega’s bij Medical Delta Cardiac Arrhythmia Lab, doorlopend contact met patiënten. Zo is Kharbanda actief betrokken bij het Atrial Fibrillation Innovation Platform (AFIP), een patiëntenorganisatie speciaal voor mensen met boezemfibrilleren. “We proberen dichtbij de patiënten te staan, zodat we hun ervaringen kunnen meenemen in het onderzoek. Uit gesprekken met hen komen soms weer nieuwe onderzoeksideeën voort of herken je bepaalde klachtenpatronen.”
Veel patiënten met boezemfibrilleren beschrijven gelijksoortige klachten voorafgaand aan de hartritmestoornis. Boezemfibrilleren komt bijvoorbeeld vaak voor tijdens stress of na het nuttigen van bepaalde voeding of drank. Ook is het de meest voorkomende ritmestoornis na interventies aan het hart zoals een openhartoperatie. “Bij al deze voorbeelden speelt het autonome zenuwstelsel een belangrijke rol. Hoe precies, is nog relatief weinig onderzocht – wat voor mij een reden was om dit onderzoek te starten.”
Het bouwen van de juiste bruggen tussen verschillende disciplines is de sleutel voor innovatief onderzoek.Het hartritme wordt onder andere aangestuurd door de hersenen. Zenuwen zorgen ervoor dat de hersenen communiceren met organen zoals het hart. De zogeheten ‘nervus vagus’ is een van de zenuwen met veel zenuwbanen richting het hart. Aftakkingen van deze zenuw lopen door het oor en zijn daar mogelijkerwijs te beïnvloeden. Door een speciaal oorclipje te plaatsen, is deze zenuw en daarmee het gedeelte in je hersenen dat je hartritme bepaalt, mogelijk te stimuleren. “Met mijn onderzoek wil ik begrijpen wat de rol van het zenuwstelsel is bij boezemfibrilleren, hoe we dat kunnen beïnvloeden en hoe we daarmee mogelijkerwijs hartritmestoornissen kunnen behandelen of zelfs voorkomen,” zegt Kharbanda. “Uiteindelijk wil ik dat wetenschappelijk kunnen onderbouwen, zodat ik patiënten met boezemfibrillatie een betere kwaliteit van leven kan bieden.
Voor verschillende onderzoeksdoeleinden leggen de onderzoekers van Medical Delta Cardiac Arrhythmia Lab tijdens deze openhartoperaties elektrodes op het hart. Hierdoor kunnen zij zeer nauwkeurig de elektrische activiteit van de boezems in kaart brengen. Kharbanda zal tijdens openhartoperaties de effecten van stimulatie van bepaalde zenuwbanen op de elektrische geleiding van de boezems meten. Hij voert deze metingen zowel voor als na stimulatie van de zenuw uit. De patiënten vormen daardoor altijd hun eigen controlegroep. De metingen worden bij evenveel mannen als vrouwen gedaan. Bovendien worden zowel patiënten met als zonder boezemfibrilleren onderzocht. “Dit is belangrijk, omdat er mogelijk verschillen zijn tussen patiëntengroepen.”
Het onderzoek van Kharbanda kan als ‘typisch Medical Delta’ worden gezien: interdisciplinair, oplossingsgericht, vanuit wetenschappelijke basis en samen met patiënten. Als cum laude-afgestuurde geneeskundestudent weet hij veel van zijn eigen discipline, maar lang niet alles van de technische kanten van de zenuwstimulatie en metingen die worden gedaan. Daarvoor werkt hij nauw samen met de bio-electronicsonderzoeksgroep van prof. dr. ir. Wouter Serdijn van de TU Delft. Voor de verwerking van de gemeten signalen van het hart krijgt hij hulp van dr. Maarten Roos-Serote en prof. dr. ir. Alle-Jan van der Veen. Maar ook met moleculair bioloog prof. dr. Bianca Brundel onderhoudt hij nauwe contacten voor zijn onderzoek.
“Aanvankelijk kost het even tijd voordat je elkaars taal leert spreken, maar je hebt uiteindelijk elkaar nodig om tot excellent onderzoek te komen. Door duidelijk aan te geven wat je wilt berekenen, kan je elkaar bijsturen en gebruik maken van elkaars expertise. Ik ben blij dat ik van de kennis vanuit hun disciplines gebruik kan maken voor mijn onderzoek, want dat zit niet in de studie Geneeskunde. Het bouwen van de juiste bruggen tussen verschillende disciplines is de sleutel voor innovatief onderzoek, met de patiënt als middelpunt.”
Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.