De huidige behandelingen tegen kanker kunnen preciezer en veel meer worden toegespitst op het individu. Prof. dr. Mischa Hoogeman wil als klinisch fysicus daaraan bijdragen. Hij is verbonden aan het Erasmus MC en nu als Medical Delta hoogleraar ook aan de TU Delft. “Ik zeg weleens dat ik een Medical Delta in mijzelf heb. Ik ben natuurkundige en werk tegelijkertijd als specialist in de gezondheidszorg.”
“Het Medical Delta hoogleraarschap is voor mij een erkenning,” vertelt Hoogeman. “Het opent deuren en helpt me verbindingen te leggen. Door TU Delft onderzoekers te wijzen op wat belangrijk is in de klinische praktijk. En andersom de kliniek te wijzen op wat er in de natuurkunde allemaal mogelijk is."
Mischa Hoogeman vertelt in onderstaande video over zijn Medical Delta hoogleraarschap:
"Ik ben zelf natuurkundige en heb me na afronding van mijn promotie en een postdoc gespecialiseerd tot klinisch fysicus. Ik ben daarmee iets verder af komen te staan van de fundamentele wetenschap, maar dichter bij de toepassing. Ik zeg weleens dat ik een Medical Delta in mijzelf heb. Ik ben natuurkundige en werk als specialist in de gezondheidszorg tegelijkertijd.”
“Een goed voorbeeld is een onderzoek met een groep van het reactorinstituut aan de TU Delft. Tijdens een ontmoeting kwam naar voren dat zij een slimme rekenmethode hadden ontwikkeld om onzekerheidsanalyses uit te voeren voor het onderzoek rondom kernreactoren. Terwijl wij in de klinische praktijk juist problemen hadden met vergelijkbare berekeningen bij protonentherapie. Uiteindelijk hebben we samen een onderzoeksvoorstel geschreven en dat is toegekend door KWF Kankerbestrijding. Het onderzoek loopt en levert al goede resultaten op. Met behulp van deze nieuwe rekenmethode kunnen we nu in sommige gevallen de bestralingsvelden minder groot maken voor hetzelfde effect op de tumor. Dat is beter voor het gezonde weefsel en dus voor de kwaliteit van leven van de patiënt.
Deze rekenmethode was onbekend in de kliniek en het probleem van de kliniek was onbekend bij de natuurkundigen van de TU Delft. Dit soort ontmoetingen en ideeën van samenwerking ontstaan vaak toevallig. Via Medical Delta geef je daar meer structuur aan.”
”Samenwerkingen als deze zijn heel waardevol voor mensen met kanker. We gaan steeds meer van een one-size-fits-all behandeling, naar een behandeling op maat die rekening houdt met de verschillen tussen patiënten. Minder doses of juist hogere doses. Het doel is een betere behandeling, met minder schade en een betere controle van de tumor.”
“Bij het optimaliseren van behandelingen komen meerdere disciplines kijken. Wiskunde bijvoorbeeld. Je moet snel en nauwkeurig kunnen rekenen om de juiste dosis te bepalen. Verifiëren is belangrijk, via detectoren vaststellen of je goed zit. Industrieel ontwerpen kan daarbij helpen door een goede interface voor de behandelaar te ontwikkelen. Tenslotte speelt automatisering een steeds grotere rol. Behandelingen op maat zijn beter voor de patiënt, maar ook heel arbeidsintensief. Er is te weinig personeel om dat op grote schaal te kunnen doen. We kijken daarom naar wat we kunnen automatiseren en hoe we slimmer kunnen behandelen met behulp van technologie. We willen gebruiken maken van Artifical Intelligence voor het maken van het bestralingsplan. Maar dan speelt wel de klinisch fysicus in mij op. Want hoe doen we dat veilig? Je krijgt te maken met een black box en hoe weet je zeker dat daar de beste behandeling uitkomt? Als klinisch fysicus ben je opgeleid om er voor te zorgen dat dit soort nieuwe technieken veilig en verantwoord in de zorg worden toegepast.”
“Ik weet niet of we één grote universiteit krijgen. Ik vind het vooral belangrijk dat je een community creëert waarbinnen wordt samengewerkt. Medical Delta doet dat nu al en dat mag wij betreft nog wat intensiever. Bijvoorbeeld dat techneuten in groepen werken op een UMC en andersom klinische mensen op de TU. Het brengen van mensen op de werkvloer is erg belangrijk voor de kruisbestuiving. Daarbij is het ook goed dat er echte specialisten blijven bestaan. Met het diepte inzicht op hun discipline. Die dan wel regelmatig bloot worden gesteld aan de problemen in de klinische praktijk.”
“Blijf bij de inhoud. Formuleer een vraag voor een probleem en ga daarmee het gesprek aan. Je moet aan de techneut kunnen overbrengen wat het echte klinische probleem is. Besteed daar tijd aan. Het is een wisselwerking waarbij je van elkaar leert en begrijpt hoe dingen werken. In de kliniek wil je misschien morgen al een oplossing hebben voor een probleem. Zo werkt een natuurkundige niet. En een natuurkundig heeft niet altijd oog op het proces dat nodig is om iets in de klinische praktijk te implementeren. Het is dan heel belangrijk de juiste verwachtingen te scheppen. Besef dat dit soort samenwerkingen vaak een investering zijn voor de toekomst. Het helpt je niet morgen, maar kan op de lange termijn wel de beste oplossing zijn voor jouw probleem.”
“Met Zoltán Perkó van de TU Delft heb ik de meeste samenwerkingen. Hij is wis- en natuurkundig onderlegd, maar snapt goed wat het klinische probleem is. Hij ontwikkelt zich steeds verder naar de klinische kant en doet veel moeite om die kennis te vergroten. Dat vind ik echt bijzonder.”
Dit artikel maakt deel uit van een serie waarin we de negen nieuwe Medical Delta hoogleraren uitlichten. Klik hier voor de andere portretten die tot nu toe zijn gepubliceerd. Het onderzoek van Mischa Hoogeman draagt bij aan het aan het wetenschappelijke programma HollandPTC Medical Delta program on HTA value proposition.
Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.