Naam: Regain self-management by better understanding of paretic ARM function (Re-ARM)
Doel: Analyse praktijkbehoefte en klinische meerwaarde van diagnostische robot Re-Arm
Beoogd resultaat: Bewegingsbelemmeringen van armrevalidanten objectief diagnosticeren in de klinische praktijk om behandelplannen beter te laten aansluiten bij individuele revalidanten
Partners: Erasmus MC, TU Delft (Medical Delta: Improving Mobility with Technology); Rijndam Revalidatie (Medical Delta Living Lab Rehabilitation Technology); Hankamp Rehab
Status: Subsidieaanvraag klinische implementatie van prototype in de maak
Bij mensen met aangeboren hersenschade of mensen die een beroerte hebben gehad, kan de armfunctie beperkt zijn. Voor een effectieve behandeling is een goede diagnose van het bewegingsprobleem belangrijk. Dit gebeurt grotendeels op basis van de kennis en ervaring van therapeuten. Onder de noemer ‘project Re-ARM’ ontwikkelen wetenschappers, revalidatieartsen, fysiotherapeuten en het bedrijf Hankamp Rehab een diagnostische robot waarmee uiteindelijk objectieve en wetenschappelijk gevalideerde metingen van armfunctie verricht kunnen worden.
Wetenschappers van Erasmus MC en de TU Delft die samenwerken in het wetenschappelijke programma Medical Delta: Improving Mobility with Technology zijn betrokken bij het project, waarvoor Hankamp Rehab het eerste prototype ontwikkelde. Binnenkort hopen zij deze in te kunnen zetten bij het Medical Delta Living Lab Rehabilitation Technology, waarbij therapeuten van Rijndam met het prototype aan de slag gaan.
De eerste klinische validatie van dit prototype binnen het Erasmus MC in samenwerking met Rijndam was succesvol: het apparaat meet de juiste zaken op de juiste manier en kan bijdragen aan een goede diagnose. Het prototype meet de spierzwakte, spasticiteit, stijfheid en synergie van de ellenboog. Daarmee ontstaat een objectief beeld van de armfunctie van de patiënt. De verwachting is dat hiermee een beter, en meer gepersonaliseerde diagnose en behandelplan gerealiseerd kan worden dan in de huidige klinische praktijk waarbij artsen en therapeuten op basis van armoefeningen kijken en voelen hoe de arm beweegt en wat de belemmeringen zijn.
Onderzoeker Levinia van der Velden ontwikkelt een wetenschappelijke methode om een betere diagnose van de verstoorde armfunctie te kunnen stellen. Nu een eerste prototype af is, willen de betrokken onderzoekers de diagnostische robot verder optimaliseren, zodat hij eenvoudiger te gebruiken is voor artsen en therapeuten. De volgende stap in het ontwikkelproces is om te bepalen of het apparaat en de methodiek ook daadwerkelijk meerwaarde heeft in de zorgpraktijk. Hoe organiseer je de inzet van dit apparaat? Is het werkbaar voor de therapeuten in de zorgpraktijk? En levert het dan ook de beloofde meetwaarde? En leidt een betere diagnose ook tot een betere behandeling en daardoor betere uitkomsten? Om dit goed te kunnen bepalen, is het de wens om de toepassing van het apparaat in de klinische praktijk van Rijndam Revalidatie te onderzoeken.
Als technisch geneeskundige en voormalig fysiotherapeut heeft Van der Velden een interdisciplinaire achtergrond. Dit is goed terug te zien in haar onderzoek, waarbij ze clinici, ingenieurs en fysiotherapeuten betrok, waaronder fysiotherapeut Marc Evers (Rijndam Revalidatie). Volgens hem zijn de huidige methodieken multi-interpretabel en is er behoefte aan meer inzicht in wat voor een specifieke patiënt de beste insteek is voor de behandeling. “Is spasticiteit het grootste probleem, dan vergt dat een andere behandeling dan wanneer een ander aspect de boventoon voert. Er zijn instrumenten om bijvoorbeeld spasticiteit te meten en ook spierkracht of synergie zijn in kaart te brengen, maar dit apparaat kijkt naar het totaal zodat ook het onderlinge verband in beeld komt. Het moet nu blijken of dit meerwaarde geeft in de behandeling.”
Aan de technologische zijde ontwikkelden ingenieurs Claudia Haarman en Koen Heuver van Hankamp ReHab het eerste prototype. Dr. ir. Mark van de Ruit van de TU Delft is betrokken bij de doorontwikkeling hiervan als onderdeel van zijn NWO VENI project, en bedenkt nieuwe manieren om de armfunctie te kwantificeren. Voor hem is de klinische validatie belangrijk om te weten of het project kan doorgaan op de ingeslagen weg. “We kijken daarbij of de uitkomstmaten klinisch waardevol zijn, of dat andere informatie nodig is, en hoe we de gebruiksvriendelijkheid en techniek geoptimaliseerd kunnen krijgen.”
Voor deze laatste fase wil het projectteam samen met de artsen en therapeuten de gebruiksvriendelijkheid en de bediening van het apparaat verbeteren. “Uiteindelijk moet het apparaat zijn meerwaarde bewijzen in de klinische praktijk,” zegt Van der Velden. “We willen kijken of het de tijd die het kost om het apparaat te gebruiken waard is: kunnen de therapeuten en artsen er goed mee overweg? Past het in de bestaande behandelsetting? En geeft het gebruik ervan voldoende nieuwe inzichten om het behandelproces te verbeteren?
Het projectteam wil voor deze laatste projectfase inschrijven op een subsidiecall. Wanneer deze laatste fase is afgerond, zal blijken of het apparaat voldoende meerwaarde biedt om uiteindelijk de zorgmarkt te kunnen betreden.
Meer informatie over het project is te vinden op de sites van Rijndam Revalidatie en Hankamp Rehab.
Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.