Verslag Medical Delta Café ‘Implementatie van innovaties in ggz: wat houdt ons tegen?’

maandag 24 maart 2025

Innovaties zoals e-health en virtual reality (VR) toepassingen winnen aan populariteit in de geestelijke gezondheidszorg, maar de implementatie en opschaling blijven achter. Wat belemmert een bredere toepassing? Deze vraag stond centraal tijdens het Medical Delta Café op woensdag 12 maart in Delft.

Vanuit verschillende perspectieven werd gediscussieerd over de mogelijkheden en obstakels bij het doorbreken van barrières. Prof. dr. Anika Bexkens, hoogleraar aan de Universiteit Leiden en coördinator wetenschappelijk onderzoek bij GGZ Delfland, Carmen Verdoold, directeur zorgvraag en partnerschappen bij Parnassia, en Ralph Bouman, business development manager bij Minddistrict, deelden hun inzichten over hoe innovaties in de ggz beter kunnen worden geïmplementeerd.

De juiste onderbouwing voor innovatie

Bij technologische ontwikkelingen in de geestelijke gezondheidszorg is een goede theoretische onderbouwing van belang, zo bepleitte Anika Bexkens in haar bijdrage. "Veel VR-toepassingen bijvoorbeeld, worden ontwikkeld zonder wetenschappelijke fundering. Het is cruciaal dat we technologie niet zomaar inzetten, maar ook begrijpen hoe en met welk doel deze effectief kan worden toegepast."

Een voorbeeld hiervan is een VR-omgeving die is ontworpen voor de behandeling van depressie. "De VR toepassingen is daarbij geen vervanging van het gesprek met de patiënt, maar een geïntegreerd onderdeel van het behandelmodel. We richten ons op toepassingen waarvan onderzoek aantoont dat ze daadwerkelijk kunnen helpen."

Foto's: De Beeldredacteur/Christian Keijsers

Niet vervangen, maar juist toevoegen

Een goede aansluiting bij de behoeften in de zorg is nodig om innovaties te laten slagen, stelde Carmen Verdoold. "Innovaties richten zich vaak op wat technologie kan vervangen, terwijl we beter kunnen kijken naar wat het toevoegt. Door eerst te achterhalen wat behandelaren en cliënten nodig hebben, kunnen we innovatie beter laten aansluiten op de praktijkbehoefte."

Ze benadrukte ook dat niet elke innovatie de juiste oplossing biedt. "De focus ligt vaak op implementatie, zonder eerst te analyseren of een technologie daadwerkelijk het juiste probleem oplost. Dit proces moeten we omkeren: eerst het probleem definiëren, dan bepalen welke innovatie daarbij past."

Visie, leiderschap en lef

Ralph Bouman van Minddistrict legde de nadruk op de effectiviteit van e-health op drie niveaus: verbetering van de zorgkwaliteit, verhoging van de kostenefficiëntie en potentiële kostenbesparing. "Toch werkt een app of platform alleen als het goed wordt geïmplementeerd. Zonder duidelijke instructies en integratie in de zorgpraktijk blijft digitale zorg onderbenut." Succesvolle implementatie vereist volgens Bouman visie, leiderschap en lef. "De laatste stap is cruciaal: hoe zorgen we ervoor dat mensen de technologie echt gaan gebruiken en dat het waarde oplevert voor patiënten, zorgverleners en organisaties? Dat vraagt om duidelijke doelen, continue meting en bijsturing."

“Door implementatieprojecten gezamenlijk op te zetten en gezamenlijke plannen te maken, wordt het makkelijker om innovaties succesvol in de praktijk te brengen.

Innovatie in de ggz: uitdagingen en kansen

Ook wanneer oplossingen worden ontwikkeld voor problemen die in de praktijk spelen, blijkt implementatie na jaren van onderzoek en ontwikkeling een groot struikelblok. Dit vertelde prof. dr. Ineke van der Ham, hoogleraar Technologische Innovaties in Neuropsychologie aan de Universiteit Leiden tijdens de aansluitende paneldiscussie waarbij ook de zaal werd betrokken. Volgens de aanstaande Medical Delta hoogleraar kunnen alle betrokken partijen hierin een rol spelen. “Door implementatieprojecten gezamenlijk op te zetten en gezamenlijke plannen te maken, wordt het makkelijker om innovaties succesvol in de praktijk te brengen.”

Succesvolle implementaties starten al vóór de ontwikkeling van nieuwe technologieën, stelde Bexkens. "We moeten in een vroeg stadium samenwerken met zorginstellingen en aanbieders die al geïntegreerd zijn in de ggz. Als we innovaties kunnen laten aansluiten op bestaande werkwijzen, wordt acceptatie en gebruik veel eenvoudiger. Om technologie en innovatie echt breed inzetbaar te maken, moet het een vast onderdeel worden van opleidingen en behandelvisies. "Neem jonge collega’s mee in deze innovaties en laat zien hoe ze technologie en innovatie kunnen inzetten om cliënten beter te helpen."

Cultuurverandering

In de navolgende discussie met de zaal kwam onder meer de invloed van cultuur binnen zorgorganisaties aan bod. De implementatie van innovatie wordt hier mede door bepaald, zo werd geopperd. Zorgverleners werken vaak volgens strikte protocollen, wat minder ruimte laat voor experimenten. Volgens moderator (en gynaecoloog) prof. dr. Frank Willem Jansen worden zorgverleners soms als conservatief gezien, maar dit komt voort uit hun verantwoordelijkheid voor patiëntveiligheid. "Als arts willen we zeker weten dat alles wat we inzetten verantwoord is. We moeten elkaars taal leren spreken om tot betere samenwerking te komen." Verdoold benadrukt dat een open cultuur en goed leiderschap essentieel zijn. "We moeten ruimte maken voor verandering, maar ook duidelijke grenzen stellen. Niet alles kan tegelijk."

We moeten ruimte maken voor verandering, maar ook duidelijke grenzen stellen. Niet alles kan tegelijk.

Waar de verantwoordelijkheid voor innovatie? Deze vraag leidde tot discussie. Bouman zag een wisselwerking tussen zorgbehoeften en technologische ontwikkelingen. "Innovaties ontstaan deels vanuit problemen in de zorg, als oplossing voor een probleem. Maar ook doordat technologieën worden ontwikkeld die potentieel nuttig kunnen zijn. De uitdaging is om deze twee werelden samen te brengen." Bexkens voegde toe dat het begint bij de vraag welk probleem men wil oplossen. "We moeten gezamenlijk bepalen welke oplossing echt werkt. Wetenschappers vertalen de nieuwste inzichten naar praktijkgerichte toepassingen en mogen in dit proces niet vergeten worden."

Verkorten van wachtlijsten in de ggz

Een groot probleem in de ggz zijn de lange wachttijden. Innovatie kan bijdragen aan een oplossing, maar volgens Bexkens is er meer nodig dan alleen technologische vernieuwing. "Het verkorten van wachttijden vraagt om een bredere maatschappelijke verschuiving. We moeten niet alleen kijken naar de wachttijden zelf, maar ook naar hoe we als samenleving omgaan met mentale gezondheid en preventie. Iedere partij heeft hierin een verantwoordelijkheid."

Een belangrijke conclusie van de bijeenkomst was het belang van samenwerking. Bouman benadrukte dat begrip tussen verschillende disciplines cruciaal is. "We moeten elkaars perspectieven beter leren begrijpen." Bexkens onderstreepte dat er veel veranderkracht is binnen de sector. "We inspireren elkaar en moeten samen keuzes maken om innovatie vooruit te brengen." Verdoold sloot de discussie af met een optimistische blik: "We moeten focussen op wat wél kan, in plaats van wat niet kan."

Cookie melding

Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.