“Uiteindelijk zou het in de zorg steeds weer moeten draaien om de vraag: wat is het beste voor de patiënt?”

vrijdag 6 juni 2025

Wanneer je fit en gezond een langdurige behandeling of operatie ingaat, is de kans groter dat je sneller herstelt. Dat klinkt logisch, maar het is niet zo eenvoudig om onomstotelijk aan te tonen voor welke patiënten voorbereidende maatregelen noodzakelijk zijn, en of die ook macro-economisch gezien kostenefficiënt zijn.

De vraag is: hoe pak je deze zogeheten ‘prehabilitatie’ trajecten optimaal op? Wat werkt wel en wat niet, en voor wie? 

Oncologisch chirurg dr. Onno Guicherit werkt bij  HMC (Haaglanden Medisch Centrum) en is als consortiumlid betrokken bij zowel het Medical Delta Living Lab 'Better in, Better out & Beyond' als het Medical Delta Programma ‘Prehabilitatie als Zorgtransformatievliegwiel (PAZOEV)’. Daarin helpt hij mee met het onderzoek en de implementatie van prehabilitatieprojecten. “Alleen in de dagelijkse praktijk kun je toetsen of iets echt werkt.”

Dit interview is de eerste in een reeks met praktijkpartners van de transdisciplinaire Medical Delta programma’s en living labs.

Kan je kort iets vertellen over de doelen van het living lab 'Better in, Better out & Beyond' en het programma PAZOEV?

“We willen onderzoeken hoe je wetenschappelijke en theoretisch bewezen inzichten over prehabilitatie daadwerkelijk in de praktijk kunt toepassen. Het gaat er met name om hoe je zulke bewezen elementen door de stroperigheid van implementatietrajecten heen krijgt — hoe je ze dus werkend krijgt binnen de dagelijkse zorgpraktijk.

Patiënten herstellen beter van een operatie of behandeling als ze vooraf fit, goed gevoed en voorbereid zijn. Hoewel het effect wetenschappelijk onderbouwd is, is het Zorginstituut Nederland nog niet overtuigd om prehabilitatie met bijvoorbeeld fysiotherapie, structureel te vergoeden  voor alle patiënten in de pre-operatieve fase. En dat vormt een belangrijke uitdaging. Hoe selecteer je patiënten voor wie het echt toegevoegde waarde heeft? En hoe krijg je patiënten dan toch zover dat ze gemotiveerd raken om in beweging te komen?

Wat ik hoop, is dat we de traditionele aanpak wat meer loslaten.Wat ik hoop, en waar we nu nog aan de tekentafel mee bezig zijn, is dat we de traditionele aanpak wat meer loslaten. We gingen tot nu toe op een ouderwetse manier te werk. Maar als je bijvoorbeeld werkt via een app, social media of influencers — dat kunnen ook mensen uit een moskee of buurthuis zijn — bereik je misschien meer. Daarmee leg je de verantwoordelijkheid veel meer bij de patiënt en zijn of haar netwerk. Dat vraagt om een andere aanpak om veranderingen voor elkaar te krijgen.

Studenten binnen het living lab bedenken creatieve oplossingen, zoals een speurtocht op de verpleegafdeling of een hometrainer met VR-bril die fietsen door een stad simuleert. Deze interventies werken soms wel en soms niet. Hoe dat komt, dat wordt in de praktijk onderzocht via het living lab.”

Wat is de rol van jouw organisatie en jou persoonlijk binnen het living lab en het programma? 

“Ik werk al 23 jaar bij Haaglanden Medisch Centrum (HMC) als chirurg-oncoloog en combineer mijn klinisch werk met bestuurlijke taken. Binnen het living lab bieden wij vooral ruimte aan studenten. Dat zijn veelal studenten Verpleegkunde, maar ook Diëtetiek of Fysiotherapie. Zij hebben stageplekken nodig en contact met patiënten is essentieel voor hun ontwikkeling als toekomstige zorgprofessionals.

De dagelijkse begeleiding ligt bij de verpleegkundigen en zorgmedewerkers op de afdeling. Zelf ben ik vooral betrokken bij stuurgroepvergaderingen en denk ik mee over hoe we projecten kunnen stimuleren en verder brengen. Met lectoren Lottie Kuijt-Evers en Joke Korevaar en professor Nico van Meeteren overleg ik regelmatig over de toekomst van het living lab. 

Na het Medical Delta Living Lab ‘Better In, Better Out’ geven we nu vorm aan het opvolgende Medical Delta Living Lab ‘Better In, Better Out and Beyond’. De ideeën die hieruit voortkomen, probeer ik binnen onze kliniek te implementeren. Dat is niet eenvoudig: door de personeelstekorten is het lastig om ruimte te maken voor studentenbegeleiding. Toch ziet HMC het belang hiervan in. Begeleiding is geen sluitpost, maar een bewuste investering in de toekomst. Alleen als je daar echt ruimte voor maakt, kun je goed onderzoek mogelijk maken, en de theorie in de praktijk toetsen.”

In de 2024-2028 programmering van Medical Delta is transdisciplinaire samenwerking het uitgangspunt en wordt ook de (gezondheids)praktijk nadrukkelijk betrokken. Waarom is dat belangrijk?

Gedragsverandering werkt alleen als je aansluit bij iemands leefwereld.“Het theoretisch kader is cruciaal, zeker in de oncologie waar ik werk. Er komen prachtige studies uit zowel preklinisch als klinisch onderzoek, en via Medical Delta worden technologische inzichten van onder meer TU Delft effectief verbonden aan de UMC’s. Maar zodra het gaat om de zorg die dichtbij de patiënt staat, heb je een praktijkpartner als  HMC nodig. Alleen in de dagelijkse praktijk kun je toetsen of iets echt werkt.

Het HMC heeft daarvoor een interessante positie. Onze locatie Westeinde ligt bijvoorbeeld in een grootstedelijke, multiculturele omgeving. De populatie is zeer divers, met grote verschillen in sociaaleconomische status. Dat vraagt om maatwerk. Een ‘one size fits all’-aanpak volstaat niet, zeker niet bij prehabilitatie of leefstijlinterventies. Als fysiotherapie of voedingsadvies niet wordt vergoed, haakt een groot deel van de mensen af — simpelweg omdat ze het niet kunnen betalen. Wie echte verandering wil, moet daarmee rekening houden. Gedragsverandering werkt alleen als je aansluit bij iemands leefwereld. Dat benadrukt ook Nico van Meeteren, hoogleraar en lid van onze stuurgroep: je kunt gedrag niet van bovenaf opleggen. Je moet iets in gang zetten bij de mensen zelf, alleen dan kun je echt verandering bereiken.”

Merk je in algemene zin dat er meer naar de praktijk wordt geluisterd bij onderzoeks- en innovatieprojecten? Waar zie je nog verbeterpunten?

“Je ziet dat er steeds meer geluisterd wordt naar de praktijk. Bij veel subsidieaanvragen voor onderzoek is het inmiddels verplicht dat een patiënt of patiëntenvertegenwoordiger meeschrijft. Het vormt een belangrijke reality check: sluit het voorstel wel aan bij de beleving van de patiënt? Ook zijn bijna alle grote studies in Nederland multicenterstudies: naast de UMC’s doen Topklinische Ziekenhuizen en algemene ziekenhuizen mee. Daardoor is er automatisch een koppeling met de praktijk, en wordt regelmatig getoetst of een studie uitvoerbaar is. Als dat niet zo is, volgt er opnieuw een reality check. Op die manier blijft de praktijk nauw betrokken bij onderzoek.

Een goed voorbeeld hiervan is ‘5 sterren beleving thuis’. In dit onderzoeksproject pasten we kennis en kunde uit de hotelwereld van Hotelschool The Hague toe in het ziekenhuis. Erg inspirerend, vanwege het transdisciplinaire karakter van deze samenwerking. De kennis over hospitality uit de hotelschool is goed toepasbaar in het ziekenhuis, dat ook een hospitalityfunctie heeft. Toch zijn er belangrijke verschillen. Hotels werken bijvoorbeeld vaak met ‘persona’s’ – een gedetailleerde beschrijving of archetype van een gast - om in te schatten welke wensen aansluiten bij welk type gasten. Samen met verpleegkundestudenten vertaalden we dat concept naar het ziekenhuis om het ontslagproces te verbeteren. Iemand die jong en fit is, heeft immers andere verwachtingen dan een oudere, eenzame patiënt die het ziekenhuis als sociale plek ervaart. Door patiënten in typen te verdelen, kun je het ontslagproces beter afstemmen op hun behoeften en al vóór opname anticiperen op wat er nodig is.

In theorie werkt dit goed, en studenten waren enthousiast. Maar op de werkvloer bleek het lastig. Verpleegkundigen die al jaren op de afdeling werken, vonden het moeilijk om patiënten in persona’s in te delen en hun werkwijze daarop aan te passen. 

Een ander voorbeeld zijn interventies om beweging te stimuleren, zoals hometrainers of fysiotherapiegroepjes. Tijdens projecten werkt dit goed, zeker als het gratis is. Maar zodra de vergoeding vanuit de zorgverzekeraar stopt, haken veel mensen af. Dit toont aan dat een goed idee in de praktijk kan vastlopen op financiële of organisatorische barrières — een belangrijke gegeven bij de implementatie van innovaties.”

Zijn er bepaalde methodieken, cases of praktijkvoorbeelden uit andere sectoren waar de Medical Delta community van kan leren?

“De principes van het zogeheten ‘value based healthcare’ vind ik interessant. Dit gedachtegoed komt van Michael Porter, een professor aan Harvard en een van de denkers achter de hervormingen van Obamacare. Zijn filosofie is dat wanneer je in de zorg uitsluitend focust op kosten, dit leidt tot slechtere zorg. Maar als je je juist richt op kwaliteit, dan volgt daaruit uiteindelijk goedkopere zorg. Goede kwaliteit van zorg — met weinig complicaties en vooral met hoge patiënttevredenheid — leidt uiteindelijk tot minder zorgconsumptie, minder onnodige behandelingen en dus ook lagere kosten.

Belangrijk bij deze benadering is dat je je niet alleen richt op het organiseren van processen en structuren, maar dat je kijkt naar de uitkomsten van zorg — en dan specifiek naar de uitkomsten die er voor de patiënt echt toe doen. Een goed voorbeeld vind ik altijd de knie- of heupvervanging. Orthopeden hebben zich jarenlang geconcentreerd op de technische perfectie: komt de hoek van de nieuwe prothese exact overeen met die van het oorspronkelijke gewricht? Maar eigenlijk zou je je veel meer moeten afvragen: hoeveel pijn heeft de patiënt nog? Hoe ver kan iemand weer lopen zonder vermoeid te raken of pijn te krijgen? In de praktijk blijkt dát veel belangrijker te zijn — zeker voor de patiënt — en dat staat niet altijd gelijk aan hoe perfect de anatomie is gereconstrueerd.

Als je de zorg zo organiseert dat je ingrepen en behandelingen kiest die leiden tot de grootste tevredenheid en het meeste herstel voor de patiënt, dan krijg je uiteindelijk de meest waardevolle én vaak ook de goedkoopste zorg. Eigenlijk zou het in de zorg moeten draaien om de vraag: wat is het beste voor de patiënt?”

Wat hoop je vanuit de Medical Delta samenwerking uiteindelijk te bereiken?

“Dat we samen bijdragen aan betere en duurzamere zorg. We hebben een missie en visie waarin we streven naar zorg die patiënten daadwerkelijk helpt én waarin professionals op een gezonde manier kunnen blijven werken. Dat is hard nodig, zeker gezien de dubbele vergrijzing en de grote groep studenten die we nu opleiden en straks keihard nodig hebben. Als we hen straks inzetten zoals we dat altijd deden, lopen ze het risico overwerkt te raken of een burn-out te krijgen. Daarom moeten we nu andere manieren vinden — of bestaande werkwijzen toetsen en aanpassen aan de praktijk.

We moeten leren vertrouwen op technologie en innovatie, processen anders inrichten en handelingen automatiseren waar dat kan.De grootste uitdaging is niet alleen iets nieuws bedenken of testen, maar het daarna ook echt te implementeren. In de praktijk blijkt dat verpleegkundigen en paramedici vaak vasthouden aan vertrouwde routines. Zij denken snel dat veranderingen vooral economisch gemotiveerd zijn en ten koste gaan van hun werk. Natuurlijk moeten we efficiënter omgaan met personeel, maar dan wel op een positieve manier die zorgprofessionals ondersteunt. We moeten leren vertrouwen op technologie en innovatie, processen anders inrichten en handelingen automatiseren waar dat kan.

Je kunt bijvoorbeeld ook studenten verandermanagement laten onderzoeken hoe je nieuwe kennis adopteert en hoe je voorkomt dat veranderingen tegengehouden worden door mensen die niet openstaan voor vernieuwing. Ik denk dat dit aspect nog onvoldoende aandacht krijgt.”

Van welk ander consortiumlid heb je iets geleerd of ben je geïnspireerd?

“Over het algemeen vind ik dat we een leuke en constructieve groep zijn, juist omdat we uit verschillende disciplines komen. Ook met de TU Delft werken we goed samen. Vorig jaar hadden we daar een inspirerend congres, en het is geweldig om al die jonge mensen van uiteenlopende achtergronden samen te zien. Daarnaast werk ik veel met Nico van Meeteren. We zijn het vaak hartgrondig oneens, maar dat houdt ons scherp. Hij vindt dat we in het ziekenhuis nog te ouderwets werken, terwijl ik denk dat we al veel toepassen van wat zijn vakgenoten ontwikkelen. Ik leer veel van hem — hopelijk werkt dat wederzijds.”

Welke oproep wil je doen aan de Medical Delta community? 

“Blijf studenten de ruimte geven om het theoretisch kader in de praktijk te toetsen en zorg dat zij zich welkom voelen. We moeten nu echt de toekomst een kans geven, anders lopen we vroeg of laat vast. Daarom is het belangrijk dat iedereen hier ruimte voormaakt. Betrek studenten  bij stages, laat hen onderzoek doen en sta open voor hun ideeën. Tegelijkertijd moeten we oppassen dat dit niet leidt tot een stapel losse onderzoeken waar uiteindelijk niets mee gebeurt. Lector Joke Korevaar zegt terecht dat als je alle data en inzichten bundelt, iemand anders – bijvoorbeeld een PhD-student – daar iets waardevols van kan maken. Uiteindelijk zijn het allemaal puzzelstukjes die samen een groter geheel vormen en zo echt iets kunnen betekenen voor de praktijk.”

Cookie melding

Deze website maakt gebruik van cookies. Cookies zijn tekstbestanden die op de computer worden geplaatst wanneer websites worden bezocht. Ze worden veel gebruikt om websites efficiënt te laten werken en om informatie te verstrekken aan de eigenaren van de website. Hieronder kan aangegeven worden of u de cookies accepteert.